Raad kan problematische schulden inwoners voorkomen

Raad kan problematische schulden inwoners voorkomen

Om problematische schulden te voorkomen is vroegsignalering van schulden een waardevol instrument, zo blijkt uit het rapport Hoe eerder, hoe beter van de Nationale ombudsman. Raadsleden kunnen ervoor zorgen dat hun gemeente meer gaat inzetten op vroegsignalering en dat kan helpen bij het voorkomen van grote schulden van burgers.

In het rapport beschrijft de ombudsman dat er nog veel vooruitgang mogelijk is op het gebied van vroegsignalering. Hij benoemt de knelpunten in de gemeenten op dit thema en adviseert over vervolgstappen. Raadsleden kunnen dit rapport gebruiken voor het stellen van vragen aan het college.

Schuldhulpverleningsplan

De gemeenteraad is, volgens de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Artikel 2), verantwoordelijk voor een plan dat richting geeft aan de schuldhulpverlening in de gemeente. In dit plan moet de raad onder andere aangeven welke resultaten de gemeente wenst te behalen, hoe de kwaliteit van de hulpverlening geborgd wordt en hoe de samenwerking met schuldeisers plaatsvindt.

Vroegsignalering

De gemeente is vervolgens verplicht om op eigen initiatief hulpverlening te bieden aan burgers wanneer ze een signalement ontvangen. Deze signalementen komen van vastelastenpartners. Dit zijn de zorgverzekeraars, energiebedrijven, woningverhuurders en drinkwaterbedrijven. Wanneer een burger bij vastelastenpartners een betalingsachterstand oploopt, kan deze partner dat naar de gemeente communiceren. Op dat moment is er sprake van vroegsignalering. De gemeente kan dan in een vroeg stadium passende hulp bieden. Hiermee kunnen ze helpen te voorkomen dat schulden oplopen en deze problematisch worden. Gemeenten ervaren echter nog regelmatig knelpunten bij het toepassen vroegsignalering.

Knelpunten

Een van die knelpunten is dat gemeenten vaak moeite hebben met het inschatten van de financiële problemen van de burger. Dat komt doordat de vastelastenpartner niet veel informatie mag verstrekken bij het doorgeven van signalen. Door deze beperkte informatie wordt het afstemmen van de aanpak moeilijker. Bovendien willen niet alle burgers over wie een signalement is afgegeven, hulp van de gemeente. Dat komt bijvoorbeeld door schaamte, wantrouwen naar de overheid of doordat ze denken geen hulp nodig te hebben. In de gemeenten is nog niet altijd genoeg kennis over aanpak van vroegsignalering, waardoor het maken van beleidskeuzes ingewikkelder is.

Aanbevelingen

De ombudsman doet in het rapport een aantal aanbevelingen aan gemeenten:

  1. Maak persoonlijk contact met de burger.
  2. Verzamel data en evalueer de werking van vroegsignalering.
  3. Zorg voor kennis en expertise bij medewerkers.
  4. Versterk de samenwerking met vastelastenpartners.

Voor de gemeenteraad is het van belang om zich bewust te zijn van de situatie rondom vroegsignalering. Dit rapport van de ombudsman kan raadsleden helpen bij het controleren van het college op dit thema.

Meer informatie

Voor het volledige rapport van de ombudsman, klik hier.

Voor meer informatie over de ombudsman als hulptroep voor de raad, klik hier.